Waar de doorstroom naar werk voorheen bijna automatisch ging, wordt nu van jongeren verwacht dat zij zelf aan de slag gaan om de juiste werkindicatie en -begeleiding te krijgen. Ilke de Gouw-Gruijters realiseerde zich al snel dat deze nieuwe aanpak problemen zou gaan opleveren. De problemen bleken echter nog groter dan voorzien, en Ilke en haar team van Senzer zijn in samenwerking met MEE De Meent en scholen in de regio in een razend tempo gaan bouwen aan het traject ‘Van school naar werk’ voor de arbeidsregio Helmond-De Peel. Het doel is om elke jongere, met of zonder beperking, mee te laten doen in de samenleving op een manier die voor hem of haar mogelijk is, door de aansluiting van VSO en Pro naar werk zo soepel mogelijk te laten verlopen.
Het traject biedt een brede, persoonsgerichte ondersteuning met de focus op werk en de weg naar werk. Hierbij kun je denken aan ondersteuning in het krijgen van de juiste werkindicatie, een (vervolg)opleiding of leer-werktrajecten. Leerlingen van VSO- en Pro-scholen in de regio in hun laatste studiejaar, oud-leerlingen én hun ouders worden door Senzer en MEE actief benaderd en begeleid.
De aanpak van ‘Van school naar werk’
Ilke vertelt: ‘We sluiten samen met MEE aan bij alle schooloverleggen in Helmond-De Peel en omgeving. Zo proberen we jongeren tussen de 16 en 18 jaar die te maken gaan krijgen met de overstap van school naar werk te bereiken. Bij uitstroomprofiel ‘arbeid’ komt Senzer om de hoek kijken bij het vinden en houden van werk. Alles wat de school zelf met de hulp van de stagedocent kan doen blijft bij de school, voor de rest gaan wij aan de slag. Binnen Senzer hebben we een leer-werkstructuur, maar we doen ook onderzoek. Is iemand in staat te werken, of is dagbesteding de beste optie? Aan de hand van een intern onderzoek van acht weken kunnen we die beslissing goed geïnformeerd nemen.’
De regels rondom jeugdwerkloosheid zijn complex. Vanaf hun achttiende zijn jongeren plots volwassen, en gelden er in één klap allerlei andere regels en wetgevingen. De scheidslijn tussen beschut werk of dagbesteding is bovendien erg dun en afhankelijk van verschillende factoren: hoe productief is men ten opzichte van andere werknemers, hoeveel begeleiding is nodig, is iemand in staat om elke dag op tijd te komen? Het is een complex verhaal, en de beslissing die wordt genomen heeft invloed op de rest van iemands leven.
Ilke gaat verder: ‘Sommige leerlingen worden over- of onderschat. Door goed te kijken naar wat iemand in zijn mars heeft, zorgen we dat mensen op de juiste plek terechtkomen. Door al een jaar vóór het daadwerkelijke uitstromen aan de slag te gaan, maken we de overgang heel geleidelijk. We weten dat niemand eigenlijk bij Senzer wil werken, daar heersen toch bepaalde vooroordelen over, ook vanuit het verleden. Men denkt: 'daar wil je niet werken, want dan ben je gehandicapt’. Het traject van inzicht en acceptatie is daarom een heel proces. We zetten in op het verlagen van de drempel: ontdekken dat er veel te winnen valt, de eerste stappen zetten richting werk en vooral ook succeservaringen opdoen.’
Tussen wal en schip
In de praktijk blijken veel Pro- en VSO-schoolverlaters, met of zonder diploma, tussen wal en schip te vallen. Ze zitten thuis bij hun ouders, zonder zicht op een vervolgopleiding of werk. Dit maakt hen kwetsbaar: ze verliezen de aansluiting met de samenleving en doen, zo blijkt uit ervaring, later langdurig een beroep op een uitkering.
Ilke: ‘Jongeren op school helpen we richting werk, wanneer zij dat willen. Het is een open uitnodiging, jongeren zijn altijd welkom. Maar er is ook een hele groep jongeren die we (nog) niet goed bereiken. Daarom werken we nauw samen met RMC, het Regionale Meld- en Coördinatiepunt voor voortijdig schoolverlaters. Zij hebben jongeren die vroegtijdig uitvallen of zich in kwetsbare posities bevinden beter in beeld en proberen hen onze kant op te sturen. Ook voor hen gelden er veel regels: wat mag wel en niet, wie en wat moet waar worden ondergebracht? Maar we proberen altijd te kijken waar we kunnen verbinden en versterken, waar we hulp kunnen bieden, ook wanneer we tegen grenzen aan lopen’.
Momenteel ziet Ilke dat veel leerlingen, vaak tegen beter weten in, proberen vervolgonderwijs te gaan volgen, bijvoorbeeld bij het ROC. De jongeren zitten dan op een nieuwe opleiding, waar er geen extra voorzieningen zijn, en komen niet mee. Ze worden vroegtijdig schoolverlater en thuiszitter. Daarom is er de wens om de doelgroep van ‘Van school naar werk’ uit te breiden met deze jongeren. Maar dat blijkt erg complex: ‘Wij willen meekijken naar wat mogelijk en nodig is. Maar er valt nog een wereld te winnen.’
Helmondse professionals aan zet
Door het verhaal van ‘Van school naar werk’ te delen hoopt Ilke Helmondse professionals te stimuleren open te staan voor deze jonge doelgroep. Heb je een kwetsbare jongere als stagiair of in dienst en heeft hij of zij meer ondersteuning nodig? Informeer naar de mogelijkheden, want die zijn er volop. Samen kunnen we kijken naar wat nodig is, jobcoaching bijvoorbeeld. Door het woud aan regels weten jongeren zelf niet wat mogelijk is, de werkgevers zijn aan zet.
Ilke: ‘Bewustwording is belangrijk. Als het niet lekker loopt met de jongere, hoe komt dat dan? En hoe lossen we het op? Door kansen te bieden, lef te tonen, open te staan en nieuwsgierig te zijn bied je jongeren de kans je te verrassen. Er is meer mogelijk dan je denkt. Natuurlijk gaat dat soms mis. Maar in kleine stapjes samen bouwen naar een succeservaring is goud waard. Die ene te zijn, dat ene bedrijf dat de deur open zet voor iemand, en vertrouwen toont: dat is waar we voor gaan.’
Folder met meer informatie over 'Van school naar werk'.
(c) foto: Csaba Balazs